Fictieve vrijheid: Subjectiviteit en schrijven ‘binnen de revolutie’.

Aan de universiteit Leiden ben ik bezig met mijn promotieonderzoek.

Ik doe onderzoek naar dat wat Michel Foucault “revolutionaire subjectiviteit” noemt: de belofte van revoluties om het subject werkelijk vrij te maken.

Vanuit dit concept onderzoek ik het spanningsveld tussen zelf-onderzoek, zelf-ontwikkeling en zelf-expressie binnen de Cubaanse letteren. Welke rechten en plichten heeft het subject in relatie tot vrijheid? En wat betekent dat voor de schrijver en voor de Cubaanse literatuur?

Ik onderzoek dit spanningsveld aan de hand van vier close-readings:

  1. De Palabras a los intelectuales-speech van Fidel Castro

  2. Presiones y diamantes van Virgilio Piñera

  3. Memorias del subdesarrollo (In het Nederlands vertaald als Ontroostbare herinneringen) van Edmundo Desnoes

  4. Celestino antes del alba van Reinaldo Arenas

Het proefschrift wordt geschreven in het Engels en wordt naar verwachting dit jaar nog afgerond.


van Helden, Nike. Literary freedom: Subjectivity and writing ‘within the revolution’ (werktitel)

Vorige
Vorige

Literair verantwoord

Volgende
Volgende

De voetnoten